Van scootmobielen tot tafeltjes: alle gangen in het seniorencomplex moeten leeg om de brandveiligheid

8 uren geleden 2

Coby Dijksma (88) moest het bloemenkransje van haar voordeur halen, Nico Renes (76) mag zijn elektrische rolstoel niet meer op de gang parkeren en Niny Bolhuis (90) is opgelucht dat het grote, gele vlinderschilderij naast haar deur wordt gedoogd.

Striktere brandveiligheidsregels verplichten woningcorporaties tot het opschonen van gangen en gemeenschappelijke ruimtes in hun appartementencomplexen en flatgebouwen. Scootmobielen en fietsen in gangen zijn verboden, aldus het ‘besluit bouwwerken leefomgeving’ dat in juli 2024 van kracht ging. Ook geen houten tafels, stoelen en kasten. Deurmatten? Schilderijen? Niet groter dan een halve vierkante meter.

De regels zijn een verlaat gevolg van de fatale Arnhemse flatbrand van begin 2020 toen twee tienerjongetjes speelden met vuurwerk in de entreehal. Een afgedankt bankstel vatte vlam en de brand leidde tot de dood van een vader (39) en zoon (4) die net in de lift waren gestapt. De Onderzoeksraad voor de Veiligheid riep corporaties, gemeenten en brandweer op hun verantwoordelijkheid te nemen. De brandveiligheidsregels van vorig jaar verduidelijkten wat eerder slechts algemeen omschreven stond: houd de vluchtroutes vrij.

De woningcorporaties van Nederland zijn er sindsdien druk mee bezig want ze bezitten opgeteld duizenden appartementencomplexen en flatgebouwen en overal lopen ze de gangen na al dan niet vergezeld door de brandweer. Ze sturen brieven naar bewoners, plakken waarschuwingsstickers met ultimatums op rondslingerende planten en scootmobielen en desnoods halen ze die spullen weg en slaan ze die elders op, toegelicht in een nieuwe brief.

In Emtinckhof staan scootmobielen, elektrische fietsen en elektrische rolstoelen in een brandwerende stalling, op elke etage één. Foto Ruchana van der Tas

Lege gangen op alle verdiepingen

Vooral in appartementencomplexen voor senioren zijn corporaties druk, want daar zoeken bewoners elkaar vaker op in de gangen, planten ze vaker een gezellig zitje bij de deur om te wachten op de regiotaxi en stallen ze hun scootmobiel op de gang naast hun deur zodat ze, hop, zo kunnen wegrijden.

In Emtinckhof, een Loosdrechts appartementencomplex voor 65-plussers, bezit van corporatie Woonzorg Nederland, zijn de gevolgen zichtbaar. Lege gangen op allevier de verdiepingen. Op de ruimbemeten overloop van hogere etages staan geen tafels en stoelen meer: de wekelijkse knutselochtend is verhuisd naar een ander vertrek, vertelt adviseur brandveiligheid van de corporatie Edzard Akkerman (53). Naast de deuren van bewoners hangt hier en daar een gedoogd schilderij-op-canvas en op de richeltjes van hun ramen staan poppetjes en mini-plantjes waar Akkerman niet nerveus van wordt.

Ook over een kleine bloempot kun je struikelen als je op de tast je weg moet banen door een gang vol rook

Eenzelfde versobering voert Woonzorg Nederland door in al haar zeshonderd seniorencomplexen, vertelt hij, en dat leidt geregeld tot klagende bewoners. „Het lijkt wel een ziekenhuis hier”, „net een gevangenis”, „we zitten toch niet in Oost-Duitsland?” Akkerman snapt die mensen maar ja: het móét. „Gangen zijn vluchtroutes en die moeten vrij zijn van spullen. Ook over een kleine bloempot kun je struikelen als je op de tast je weg moet banen door een gang vol rook.”

Nog altijd signaleert de brandweer gevaarlijke situaties in appartementencomplexen, zegt Herma Nijkamp, woordvoerder van Brandweer Nederland. Stoelen en prullenbakken blokkeren brandwerende deuren die daardoor niet kunnen sluiten in geval van brand: rook en vuur verspreiden zich verder. En nog altijd stuit de brandweer op scootmobielen en „overmatige versiering” in de gangen.

Woningcorporaties vinden brandveiligheid óók essentieel en toch noemen ze hun opdracht „lastig”, een „zoektocht” en zelfs een „worsteling” want tsja, prettig oud worden draait om méér dan veiligheid alleen. „We zeggen altijd: u woont niet zomaar in een huis, het is ook uw thúís”, zegt woordvoerder Annet Postma van woningcorporatie de Alliantie. „En tegelijk moeten we nu optreden júíst als bewoners er samen iets gezelligs van hebben gemaakt.” Corporatie Habion spreekt van een „botsing van de leefwereld met de systeemwereld. Gemeenschapsvorming is óók een groot goed.” Woonzorg Nederland heeft een budget voor het opfleuren van versoberde wooncomplexen, maar dan wél op een risicoloze manier. ‘Brandveilige gezelligheid’ heet dat, een term die meer corporaties bezigen. Want op de regiotaxi wachten in de entreehal naast de schuifdeuren kan ook op een kek zitbankje van metaal. )

Accu’s van scootmobielen zijn brandgevaarlijk. Ze mogen niet meer in de gang blijven staan. Foto Ruchana van der Tas

Hoofdpijndossier

Hoofdpijndossier blijven de scootmobielen en elektrische rolstoelen en fietsen. Nederland telt volgens de brandweer ruim driehonderdduizend scootmobielen en dat worden er door de vergrijzing alleen maar meer. Ze zijn niet alleen een sta-in-de-weg maar vormen bovendien, door hun accu’s, zélf een brandrisico. „Een brand in een scootmobiel kan een vluchtroute binnen enkele minuten onbruikbaar maken”, zegt Nijkamp van Brandweer Nederland. Ze zijn bovendien opgetrokken uit schuimrubber en kunststoffen die bij brand leiden tot giftige rook.

Hier in Emtinckhof heeft Woonzorg Nederland het risico kunnen indammen: op elke verdieping is er een afsluitbare, brandwerende stalling voor elektrische voertuigen. Maar lang niet alle wooncomplexen hebben daar de ruimte voor, zodat corporaties soms een stalling neerzetten buiten het pand Sommige bewoners zetten de scootmobiel dan toch maar in hun eigen appartement, hoe riskant ook.

Nico Renes (76) is slecht ter been sinds hij 26 jaar geleden werd aangereden. Hij moet nu zijn elektrische rolstoel uit de stalling halen. Foto Ruchana van der Tas

Maar zelfs in het geval van een inpandige, nabije stalling zijn de problemen de wereld niet uit. Nico Renes, bewoner van Emtinckhof sinds veertien jaar, beweegt zich voort per elektrische rolstoel. Zijn benen raakten verbrijzeld toen een auto hem 26 jaar geleden aanreed. De rolstoel zette hij altijd op de gang pal naast zijn voordeur. Binnen in zijn woning heeft hij er geen plek voor, „daar staat mijn gewone rolstoel al”. De elektrische zet hij in de stalling. Die ligt op slechts twaalf meter van zijn voordeur maar bij verbrijzelde benen telt elke meter. In zijn appartement gaat hij eerst zitten in zijn gewone rolstoel, dan wielt hij naar de stalling en stapt hij over. „Maar dat kost ook behoorlijk wat benenwerk”, zegt hij. „Op slechte dagen blijf ik thuis.”

Lees het hele artikel