Wat als je mening geven risicovol is? De verborgen kracht van zelfcensuur

5 uren geleden 1

Hoe beslissen mensen wanneer ze hun mening uiten en wanneer niet in een tijd waarin de grens tussen privé en publiek vervaagt? Nieuw onderzoek laat zien welke strategische afwegingen mensen maken als ze door hun afwijkende mening in gevaar komen.

Onderzoekers van de Arizona State University en de University of Michigan onderzochten hoe burgers en overheidsinstanties elkaars gedrag in de loop van de tijd beïnvloeden. “Moderne technologieën zoals gezichtsherkenning en de moderatie van content door een algoritme hebben de omgeving van de afwijkende meningen veranderd”, aldus Daymude. “Ons doel was om verder te kijken dan alleen intuïtie en een gedegen methode te ontwikkelen om te begrijpen wanneer en hoe zelfcensuur ontstaat.”

De wetenschap achter het zwijgen

In een nagebootste setting moesten mensen hun wens om afwijkende meningen te uiten afwegen tegen de angst voor straf. Ondertussen paste een instantie haar toezicht en beleid steeds aan om zowel de afwijkende meningen als de kosten van handhaving te minimaliseren. De resultaten laten zien dat zelfcensuur niet simpelweg het gevolg van angst is, maar een rationele en strategische keuze. Een keuze die wordt bepaald door de wisselwerking tussen lef, toezicht en de hoogte van de te verwachten straf.

Wanneer angst een strategie wordt

In de kern omschrijft het onderzoek, dat in PNAS is gepubliceerd, naar drie verschillende gedragingen: meedoen, zelfcensuur en verzet. De onderzoekers ontdekten dat zelfcensuur de overhand heeft wanneer de straffen allemaal even zwaar zijn, zoals algehele verboden zoals bijvoorbeeld het afsluiten van het internet. Wanneer de straffen naar verhouding redelijk zijn, zoals oplopende straffen bij herhaaldelijke overtredingen, kunnen burgers nog steeds kleine risico’s nemen om hun ongenoegen te uiten.
De bereidheid van een bevolkingsgroep om zich in een vroeg stadium uit te spreken en de negatieve gevolgen daarvan te dragen heeft een heel groot effect als je kijkt naar hoelang het duurt voordat de macht al het ongenoegen onderdrukt, zegt Forrest. “Dit komt doordat de prijs van het gelijktijdig straffen van een hele bevolkingsgroep te hoog is.”

In nagebootste samenlevingen gingen autoriteiten die begonnen met een gematigd beleid vaak op termijn over op strengere controle. Dat doet denken aan historische voorbeelden zoals de “Honderd Bloemencampagne’ in 1956 van de Chinese dictator Mao Zedong, die openlijke kritiek juist aanmoedigde voordat hij abrupt van koers veranderde. Het model toonde aan dat naarmate de verdraagzaamheid afnam en de spionage toenam, dissidenten geleidelijk aan zelfcensuur gingen doen. Na verloop van tijd deden ze dit bijna alleen nog maar.

Bevolkingsgroepen met meer ‘moed’ of een zekere mate van bereidheid om straf te riskeren, hielden langer stand. In deze gevallen hadden de machthebbers moeite om de afwijkende meningen volledig te onderdrukken, zelfs met strengere controles en straffen.

Meer dan academische theorie

De kwetsbare toekomst van de vrijheid van meningsuiting reikt veel verder dan een academische theorie. Van burgers in autoritaire regimes tot gebruikers die opereren op sociale platforms: de druk die openbare meningsuiting beïnvloedt is overal. Het onderzoek benadrukt hoe gemakkelijk zelfcensuur zich kan verspreiden en hoe moeilijk het is om dat terug te draaien eens het genormaliseerd is.

“Zelfcensuur begint nogal eens als een vorm van zelfbescherming”, zegt Daymude. “Maar als mensen zichzelf van tevoren het zwijgen opleggen, voordat er ook maar een straf is uitgedeeld, is dat een krachtig controle-instrument.” Door de strategische aard van andersoortige meningen te verduidelijken, hopen Daymude en Forrest ontwerpers van het beleid, platformontwerpers en voorstanders van de vrijheid van meningsuiting te informeren.

“Uiteindelijk laten onze bevindingen zien dat het behoud van een open dialoog niet alleen afhangt van wetten of technologie”, zegt Forrest, “maar van de moed van individuen en de gezamelijke bereidheid om te blijven spreken, zelfs als dat ongemakkelijk is.”

Lees het hele artikel