Klimaatverandering heeft veel negatieve gevolgen voor het leven in de oceanen. Desondanks is er hoop: bepaalde vissen blijken zeer veerkrachtig te zijn.
De oceanen warmen op en dat roept zorgen op over de toekomst van vissen en de kwetsbare ecosystemen waarvan zij deel uitmaken. Terwijl koraalriffen wereldwijd al zwaar te lijden hebben onder verbleking, is de vraag hoe vissen zich kunnen aanpassen aan stijgende temperaturen. Een nieuwe studie van het Okinawa Institute of Science and Technology (OIST) biedt een sprankje hoop.
Clownvissen
Onderzoekers van het OIST bestudeerden de genetische en fysiologische aanpassingen van jonge clownvissen die werden blootgesteld aan warmer water. Gedurende twee maanden werden pas uitgekomen visjes gehouden in water van 31 graden Celsius – aanzienlijk hoger dan hun gebruikelijke zomertemperatuur van 28 graden. De resultaten, gepubliceerd in het tijdschrift iScience, laten zien dat de dieren opvallende veranderingen ondergaan om de hitte het hoofd te bieden.
Metabolisme verandert
De belangrijkste veranderingen vonden plaats in de lever en de alvleesklier. Zo ontdekten de onderzoekers dat de afgifte van insuline – het hormoon dat normaal helpt om suiker vanuit het bloed in de cellen te brengen – afnam. Tegelijkertijd nam de oxidatieve fosforylering toe. Dat is het proces waarbij de mitochondriën voedingsstoffen omzetten in bruikbare energie. De vissen leken hun energiewinning dus juist op te voeren bij langdurige blootstelling aan warmte. Deze aanpassingen in de stofwisseling helpen hen waarschijnlijk om de schadelijke effecten van hittestress te beperken.
Ook werd een duidelijk verschil gevonden tussen korte en langdurige hittegolven. Na een acute temperatuurpiek van één dag steeg de stofwisselingssnelheid van de vissen, maar bij chronische blootstelling bleef die juist stabiel. Dit wijst erop dat clownvissen hun energieverbruik op de lange termijn kunnen reguleren. Bovendien gold: hoe eerder de vissen in hun leven aan hogere temperaturen gewend raakten, hoe beter ze zich wisten aan te passen.
Onderzoek stemt hoopvol, maar voorzichtigheid is geboden
Toch is voorzichtigheid geboden, benadrukt professor Timothy Ravasi, hoofd van de Marine Climate Change Unit aan het OIST. De biologische veranderingen die de vissen doormaken zouden op langere termijn ook negatieve gevolgen kunnen hebben voor hun gezondheid. Desondanks stemt het onderzoek hoopvol. “Wetende dat vroege blootstelling aan hoge temperaturen de hitte-acclimatisering kan ondersteunen, kunnen we met hoop vooruitkijken naar de toekomst van onze tropische vissen”, aldus Ravasi.
De studie laat zien dat clownvissen over opmerkelijk aanpassingsvermogen beschikken, en veronderstelt daarmee impliciet dat ook andere soorten mogelijk hun metabolisme kunnen bijstellen. Daarmee vormt dit onderzoek een belangrijke stap in het begrijpen van hoe mariene organismen zoals vissen omgaan met een steeds warmere wereld. Tegelijkertijd onderstreept het de noodzaak om verder te onderzoeken welke gevolgen klimaatverandering op langere termijn zal hebben voor het leven in onze oceanen.