De harten van Surinamers veroverde president Ronald Venetiaan niet, maar zijn ‘tien schone vingers’ dwongen bij velen respect af

4 uren geleden 1

‘Een man met tien schone vingers.’ Dat zal Ronald Venetiaan voor altijd blijven. Aan zelfverrijking of corruptie heeft de woensdagmiddag op 89-jarige leeftijd overleden Surinaamse oud-president zich nooit bezondigd. Ook als president woonde hij in dezelfde eenvoudige woning waar hij als leraar met z’n gezin was ingetrokken. Hij dwong er respect mee af in een land waar lang niet iedereen het onderscheid maakt tussen politiek en vriendjespolitiek.

Maar die kwalificatie van ‘schone vingers’ was ook aan Venetiaan gaan kleven. In Paramaribo grapten sommigen dat zijn handen zo schoon bleven omdat hij de echte problemen niet krachtdadig genoeg aanpakte. Een verwijt dat, op de keper beschouwd, niet terecht was.

Zijn grootste nederlaag leed Venetiaan in 2010. In dat jaar moest hij de macht overdragen aan de man die hij altijd had bestreden – Desi Bouterse, de oud-couppleger die verantwoordelijk was voor de Decembermoorden van 1982 waarbij vijftien opposanten waren omgebracht, onder wie vrienden van Venetiaan.

Zware taak

Al meteen in zijn eerste ambtstermijn als president (1991-1996) had Venetiaan gepoogd de macht van Bouterse in te perken. Hij stond toen niet alleen voor de zware taak om de na militaire coups volledig ontspoorde economie te saneren. Hij stond ook tegenover een legertop die zich verrijkte met drugshandel en grove corruptie, en die ook na de democratische verkiezingen niet van plan was zijn machtspositie op te geven. Bovendien saboteerden Bouterse en de zijnen pogingen van de regering om vrede te sluiten met het Junglecommando van Marronleider Ronnie Brunswijk. „Maar we laten ons niet gijzelen binnen de eigen grenzen met wapens die we zelf hebben gekocht”, zei Venetiaan tijdens een bezoek aan Nederland in 1992.

President Ronald Venetiaan in Suriname in 1996. Foto Vincent Mentzel

Uiteindelijk werd Bouterse, na insubordinatie, door Venetiaan gedwongen zijn functie als legerchef neer te leggen. Ook werd de grondwet aangepast, waardoor het leger zijn machtspositie verloor. Om de Surinaamse president van de gevraagde „rugdekking” te voorzien hadden Paramaribo en Den Haag een door premier Lubbers geïnitieerd Raamverdrag gesloten, dat vooral de bescherming van democratie en rechtsstaat tot doel had.

Lees ook

Lees ookEen vraaggesprek met Venetiaan uit 1992: ‘We denken ‘s nachts niet: wat doet het leger morgenochtend’

Venetiaan bleef echter een behoedzaam politicus. „Confrontatie betekent namelijk een shoot-out”, zei hij in 1992 tegen NRC. Zo vond hij toen dat Suriname „nog niet klaar” was voor justitiële actie tegen de plegers van de Decembermoorden. In 1996 kondigde hij, vlak voor de verkiezingen, toch een onderzoek aan. Pas na de eeuwwisseling kwam het zover, onder grote druk van nabestaanden. Toen het Decembermoordenproces in 2007 eindelijk begon, had een deel van de Surinamers – met name jongeren – daar na al die jaren nauwelijks nog een boodschap aan.

Moeizame relatie met Nederland

De relatie tussen Venetiaan en Nederland was een moeizame. Hij verafschuwde de nederige houding (sakafasi) die veel Surinamers aannamen tegenover de voormalige witte kolonisator. En hij voelde zich verwant met zwarte bewustzijnsbewegingen à la Black Power. Uit protest tegen de ‘vernederende’ 100 procent-drugscontroles op vluchten uit Paramaribo weigerde hij eens botweg de Nederlandse minister van Ontwikkelingssamenwerking te ontvangen.

Zijn stugge houding tegenover Nederland dateerde uit zijn studententijd in Leiden, toen Venetiaan actief was in de nationalistische beweging. Na zijn studie wis- en natuurkunde keerde Venetiaan terug naar Suriname, waar hij leraar en later directeur werd van de Algemene Middelbare School. Hij viel op als vakbondsleider tijdens de stakingen die in 1969 een eind maakten aan de politieke carrière van de legendarische NPS-leider ‘Jopie’ Pengel. Dat hij zich niet aansloot bij de PNR van de nationalistische voorman Eddy Bruma maar bij de Creoolse NPS had vooral pragmatische redenen. Via de veel grotere NPS zou hij zijn idealen beter kunnen realiseren. In 1973 werd Venetiaan minister van Onderwijs in het kabinet-Arron dat twee jaar later de onafhankelijkheid tot stand bracht. Als minister maakte hij zich sterk voor de Surinamisering van de op Nederland georiënteerde onderwijsprogramma’s.

Lees ook

Lees ook een portret van Venetiaan uit 2000: De man met schone vingers moet vuile handen maken

Als zwarte NPS-politicus werd Venetiaan altijd al gewantrouwd door de aanhang van de Hindostaanse VHP, ook toen beide partijen vanaf de jaren tachtig hun krachten tegen Bouterse bundelden in het zogenoemde Nieuw Front. Dat wantrouwen was ingegeven door de niet verdwenen etnische tegenstellingen in Suriname. Ook de sterk nationalistische opstelling van Venetiaan in de aanloop naar de onafhankelijkheid in 1975 speelde nog altijd mee.

Toen een deel van de VHP zich na de verkiezingen van 1996 onder aanvoering van Hindostaanse zakenlui afscheidde, kwam alsnog de NDP van Bouterse aan de macht. Maar de kansen keerden in 2000, toen NDP-president Wijdenbosch door massale straatprotesten tegen zijn wanbeleid tot aftreden werd gedwongen.

Zijn stugge houding tegenover Nederland dateerde uit zijn studententijd in Leiden, toen Venetiaan actief was in de nationalistische beweging

Bij zijn terugkeer als president in 2000 stond Venetiaan opnieuw voor de opgave een geruïneerde economie te saneren en schulden af te bouwen. Dat lukte dankzij goed beleid, stijgende inkomsten uit olie en goud en Nederlandse steun, al bleef het ambtenarenapparaat nog veel te groot. Venetiaan legde de basis voor economische stabiliteit. Nederlandse hulp werd op den duur overbodig, omdat Suriname dankzij het prudente beleid toegang kreeg tot de internationale kapitaalmarkt.

De harten van de Surinamers veroverde Venetiaan er niet mee. Effectief anti-armoedebeleid was uitgebleven, ook door het slechte functioneren van een overheidsapparaat dat door wijdverbreid cliëntèlisme tot weinig in staat was. Ook z’n afstandelijke en starre regeerstijl hielp de president niet.

Om na 2005 te kunnen doorregeren was Venetiaan een coalitie aangegaan met een Javaanse en een Marronpartij, waarvan de leiders waren veroordeeld wegens respectievelijk een seksueel vergrijp en een drugstransport - de laatste was Ronnie Brunswijk. Binnenskamers fulmineerde hij tegen wanpraktijken. Maar aan de corruptie bij de toewijzing door de overheid van bouwgrond, waarop iedere Surinaamse burger recht heeft, maakte hij wegens het coalitiebelang geen eind. Ook dat kostte hem aanhang.

Generatiekloof

Bovendien tekende zich een generatiekloof af. Jonge kiezers hadden genoeg van ‘oude' etnische politiekvoering en zagen in de multi-etnische NDP van Bouterse een alternatief. De Amerikaanse ambassadeur had zich in een via WikiLeaks uitgelekt diplomatiek bericht met vooruitziende blik al eens afgevraagd of „politieke veteranen op leeftijd” als Venetiaan nog wel „over het gezonde pr-verstand beschikken om de natie te overtuigen”. Het uitblijven van een wisseling van de wacht bij de ‘oude’ partijen was mede oorzaak van de verkiezingsnederlaag in 2010.

Die klap kwam de politicus die zich zijn hele leven zo onbaatzuchtig had ingezet voor zijn land, waarover hij onder de naam ‘Vene’ ook lyrisch kon dichten, niet meer te boven. Bij de inauguratie van zijn opvolger Bouterse in de Antony Nesty Sporthal in Paramaribo had Venetiaan geweigerd hem volgens traditie persoonlijk de ambtsketen om te hangen. Dat liet hij over aan de parlementsvoorzitter. Zijn zetel in het parlement gaf Venetiaan eind 2013 op. „Ik maak plaats voor de jonge leeuwen en leeuwinnen die het podium mogen bestijgen”, zei hij. Ook in eigen kringen meenden velen dat hij dat beter wat eerder had kunnen doen.

Toch groeide de waardering voor Venetiaan de laatste jaren weer - bij sommigen was zelfs sprake van heimwee - toen Suriname onder het presidentschap van Bouterse door wanbeleid en corruptie opnieuw in een diepe crisis raakte. Zijn partij NPS had hem intussen benoemd tot erevoorzitter. Afgelopen zomer sprak Venetiaan zich nog publiekelijk uit tegen het toetreden van de NPS tot de coalitie van de NDP.

De Surinaamse oud-president Ronald Venetiaan tijdens een verkiezingsbijeenkomst in Paramaribo in mei 2005. Foto Vincent Mentzel

Lees het hele artikel