Oorlog is oud. Al in de prehistorie, lang voordat er landen waren, gingen mensen elkaar in groepsverband gewapend te lijf. Rond 5000 voor Christus, in de late Steentijd, deed dit fenomeen zijn intrede in Europa. Een internationaal team archeologen beschrijft deze woensdag in het tijdschrift Science Advances het wrede lot van een groep krijgsgevangenen die tussen 4300 en 4150 v.Chr. in twee graven in de Elzas belandden.
Het gaat om begraafplaatsen bij Achenheim en Bergheim, vlak bij de Frans-Duitse grens. De onderzoekers analyseerden de menselijke resten van in totaal 82 individuen. Naast de mogelijke oorzaak van hun overlijden, stelden ze ook vast waar de ter aarde bestelde mensen vandaan kwamen.
De skeletten in de twee massagraven verkeerden niet allemaal in dezelfde staat. De meeste botten waren gaaf, maar bij een aantal was er sprake van niet geheeld trauma. Dat duidt erop dat deze personen om het leven zijn gekomen als gevolg van die verwondingen. Bij sommige skeletten was er sprake van sporen van overkill: meer geweld dan nodig is om iemand te doden. Van een aantal slachtoffers was de linkerarm afgehakt en los begraven.
Om de herkomst te achterhalen van deze mensen – die met én zonder sporen van geweld – deden de onderzoekers een isotopenanalyse. Wat iemand eet en drinkt en waar iemand leeft laat sporen achter in botten en tanden. Elke omgeving produceert zo een uniek patroon. Door koolstof-, stikstof-, en zwavelisotopen te analyseren slaagden de archeologen erin te bepalen waar de verschillende individuen vandaan kwamen.
Lees ook
Lees ook: Deze massagraven vertellen het verhaal van de geboorte van het verschijnsel oorlog
:format(webp)/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/05/01113236/data114944118-5c5986.jpg)
Een mobieler leven
Het viel op dat de mensen die tekenen van geweld vertoonden allemaal op een andere plek geleefd hadden dan de personen met ongeschonden skeletten, die lokaal waren opgegroeid. Bij personen met verwondingen waren er echter ook ten opzichte van elkaar verschillen. Ze kwamen dus niet allemaal van dezelfde plek. Ook hadden ze een mobieler leven achter de rug dan de bevolking in wier midden ze begraven werden.
De auteurs schrijven dat de slachtoffers van geweld in de twee graven niet allemaal op dezelfde wijze om het leven zijn gekomen. De losse ledematen zouden afkomstig zijn van het slagveld, afgehakt als trofee na afloop van de strijd. De complete lichamen met sporen van overkill zouden als krijgsgevangenen naar de nederzetting zijn meegenomenen en daar als trofee geofferd zijn tijdens een overwinningsfeest. Al met al trokken deze mensen aan het kortste eind van wat de auteurs een „veroveringsoorlog” noemen.
De slachtoffers van dit geweld kwamen waarschijnlijk uit de buurt van het huidige Parijs, blijkt uit het isotopenpatroon in hun botten. De auteurs van het Science-artikel concluderen dat de bewoners van de Elzas ruim 6.000 jaar geleden een Pyrrusoverwinning behaalden op deze westelijke buren, omdat uit opgravingen is gebleken dat de cultuur die bestond rondom Achenheim en Bergheim niet veel later verdrongen werd door die uit de regio Parijs.
Een van de onderzochte graven. Foto Philippe Lefranc/INRAP