Honorair consul laat zich ook na aangezegde ontslag niets voorschrijven door Israël: ‘Ik heb mijn rug altijd rechtgehouden’

5 uren geleden 1

‘Klote, écht verschrikkelijk” voelde het voor Maastrichtenaar Benoit Wesly, toen de Israëlische ambassadeur hem dik twee weken geleden vroeg om te vertrekken als honorair consul van dat land. „Kort daarna werd ik tachtig. In al die jaren ben ik nog nooit ontslagen. Nu gebeurde dat wel.”

In tweede instantie drukt Wesly zich nog sterker uit. „Het was alsof ik in die paar minuten van dat telefoongesprek werd vermoord.”

Israëls ambassadeur in Nederland, Modi Ephraim, gaf hem de keuze: of zelf opstappen – zogenaamd vanwege zijn leeftijd – of gedwongen vertrekken. „Men pikte niet dat ik tegen de regionale omroep L1 had gezegd dat de beelden, als ze kloppen, naar genocide neigen. In een brief die later volgde, stond ook het verwijt dat ik me in een eerder interview met De Limburger kritisch had uitgelaten over een mogelijke verhuizing van de Nederlandse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem. Ik vond dat destijds olie op het vuur gooien.”

Het afnemen van het consulschap steekt zo, omdat hij zijn vader op diens sterfbed beloofde „goed voor de familie te zorgen en de joodse gemeenschap in het zuiden van Nederland weer zo vitaal te maken als die ooit was.” Zijn jarenlange voorzitterschap van de joodse gemeente in Limburg paste daarbij en was net als het honorair consul zijn, een onbetaalde erebaan.

Verbondenheid

Aan de muur van zijn kantoor hangen, ingelijst, de documenten uit 2009, ondertekend door koningin Beatrix en de toenmalige ministers van Buitenlandse Zaken, Maxime Verhagen en Shimon Peres. Veel in de ruimte ademt verbondenheid met Israël. Maar er staat ook een foto van hem met PLO-leider Yasser Arafat. „Na de Oslo-akkoorden leek het alsof we een brug over waren. Sindsdien ging het bergafwaarts, onder meer door de kolonisten in de bezette gebieden en Hamas.”

Ik ben opgevoed met het idee dat als er ooit weer verschrikkingen zouden plaatsvinden, er altijd een veilige haven zou zijn: Israël

Wesly is drie jaar ouder dan de staat Israël. „Ik ben opgevoed met het idee dat als er ooit weer verschrikkingen zouden plaatsvinden, er altijd een veilige haven zou zijn: Israël.”

In het gezin Wesly speelde de Holocaust altijd een rol. Benoits oudere broer Léon („Ik heb hem zelf nooit gekend”) werd als peuter opgepakt en in Auschwitz vermoord. In totaal kwamen 51 familieleden nooit meer terug uit de kampen.

Als zeventienjarige reisde Wesly voor de eerste keer naar Israël. „Mijn enige overlevende oom, oom Leo, was er als pionier naartoe gegaan en had er een klein dorpje gesticht. Voor mij was het een heel speciale ervaring. Ik had er het gevoel dat in het heden het verleden leefde en dat er in hetzelfde verleden de toekomst werd bepaald. Sindsdien ben ik er 137 keer terug geweest. Mijn vrouw woont er inmiddels een deel van het jaar, net als mijn zoon en kleinzoon en mijn twee zussen.”

Draagvlak

7 oktober 2023 kwam als een schok. „Ik zag het nieuws al om zeven uur ’s ochtends. Onvoorstelbaar: 1250 mensen op beestachtige manier afgeslacht en 250 mensen gegijzeld. In eerste instantie ben ik vooral met familie gaan bellen. Maar na een paar uur hingen ook de eerste journalisten aan de lijn. Ik heb toen gezegd dat ik hoopte dat Israël eerst eens een tijd niet zou reageren op de aanval van Hamas. Het land had immers nog nooit zo’n draagvlak gehad. Met dat begrip voor het feitelijke isolement in de regio had Israël kunnen gaan werken aan vrede en veilige grenzen.”

Toen Israël toch aanviel, was ik blij dat het vanuit kracht was. „Mijn oma’s namen aardappelschilmesjes mee naar de kampen, in de verwachting dat ze in de kampen in Oost-Europa in de keukens te werk zouden worden gesteld. Nu gingen Joden tenminste niet met aardappelschilmesjes de oorlog in, maar fatsoenlijk bewapend.”

Tegelijkertijd geloofde Wesly toen al niet in het nut van het doden van terroristen. „Als je er een ombrengt, staan er twee nieuwe op.”

Het knaagt aan mijn geweten. Ik lig er echt wakker van

De verder gebruikte strijdmethodes raakten Wesly ook. „In een oorlog sneuvelt de waarheid als eerste. Het wemelt van de desinformatie. Maar wat ik zag was dat grote groepen mensen bewust werden uitgehongerd, verstoken bleven van medische verzorging en informatie. Het deed me denken aan de Tweede Wereldoorlog. Dat knaagt aan mijn geweten. Ik lig er echt wakker van.”

De scheidslijnen lopen door de joodse gemeenschap en door zijn eigen familie. ,Mijn zoon vindt ook niet alles wat gebeurt prettig, maar ziet de noodzaak ervan. Mijn oudste zus is van mening dat het doel niet alle middelen heiligt. Ik neig naar haar kant.”

Reacties

Vanuit de Israëlische vertegenwoordiging in Den Haag bleef het de afgelopen jaren vooral stil. „Onder de vorige ambassadeur werd ik nog dagelijks gebriefd. Onder de huidige helemaal niet.”

Wesly laat zich overigens niet voorschrijven wat hij moet zeggen. „Ik ga niks zeggen waar ik niet achter sta, ik heb mijn rug altijd rechtgehouden. Dan kunnen ze me na mijn overlijden ook niet opgevouwen in de kist leggen.”

Ondertussen regent het reacties op de aanzegging van zijn ontslag en gaat de telefoon geregeld over. Daarbij klinken automatisch de geprogrammeerde namen van de bellers. „Rabbijn Soetendorp” en „Frits Barend” is te horen uit het toestel, voor Wesly de telefoon uitzet.

Hij is vastbesloten voorlopig te blijven als honorair consul. „Vanwege mijn leeftijd wilde ik binnenkort toch al een keer vertrekken. Maar als ik ga, dan doe ik dat wel met opgeheven hoofd.”

Telefoontjes en een mail naar de Israëlische ambassade voor een reactie bleven woensdag onbeantwoord.

Lees ook

‘Sinds 7 oktober voelen Nederlandse Joden zich onveilig’

Margo Weerts (links), directeur van Joods Maatschappelijk werk, en Esti Cohen, teamleider bij Joods Maatschappelijk werk. Foto Olivier Middendorp
Lees het hele artikel