Getouwtrek rond Europese klimaatdoelen in aanloop naar VN-top Belém: ‘Iedereen is ongelukkig’

1 dag geleden 2

Industrie of klimaat? Wie de Brusselse agenda op de spits wil drijven, valt retorisch al snel binnen een van die twee kampen. De walmende schoorsteen lijkt daarbij de laatste tijd aan terrein te winnen in Europa, ondanks eerder opgetekende ambitieuze klimaatplannen.  

Volgens ervaringsdeskundigen is de EU nog altijd op weg naar ‘groener’, al gaat dat via een alternatieve route. Tegelijkertijd blijkt voor sommige landen het uitstootreductiedoel van 90 procent niet langer heilig, onder invloed van groeiend rechts politiek momentum en ook geopolitieke onzekerheid. 

Over de eindbestemming bestaat nog altijd consensus: in 2050 moet Europa klimaatneutraal zijn. Op naar een ‘netto nul’ uitstoot. Dinsdag komen de EU-ministers van Milieu bijeen in de hoop tot een akkoord te komen over de bindende klimaatdoelstelling voor 2040. Volgens Denemarken, dat momenteel voorzitter is van de Raad van de EU, wordt er in het debat op het „scherpst van de snede gebalanceerd”. Van een duidelijke meerderheid is nog altijd geen sprake. 

En dat terwijl de tijd dringt. Inleveren dus vóór COP30, de VN-klimaatconferentie in het Braziliaanse Bélem, die 10 november begint. Europa heeft die deadline gemist, maar hoopt met een akkoord op 4 november alsnog te kunnen leveren. „Met lege handen naar Bélem komen, zou de geloofwaardigheid van de EU flink ondermijnen”, aldus een hooggeplaatste EU-diplomaat.  

Voor het vaststellen van de klimaatdoelen van 2040 is een gekwalificeerde meerderheid onder de lidstaten nodig. Sommige lidstaten pleiten nu voor een afgesproken range, dus een doelstelling die ligt tussen de 66,25 en 72,5 procent uitstootemissie ten opzichte van 1990 voor het jaar 2035. 

Roep om extra carbon credits

Eurocommissaris Wopke Hoekstra presenteerde in juli het beoogde tussentijdse klimaatdoel van de EU. Als het aan de Commissie ligt gaat de CO2-uitstoot vóór 2040 met 90 procent omlaag, afgezet tegen 1990. Dat is in lijn met eerdere groene beloftes van Brussel. Maar de Europese vergroeningsagenda heeft daarna aan urgentie ingeboet. Investeringen in defensie en industrie voeren veelal de boventoon als het gaat om de nationale agenda’s.  

Hongarije en Frankrijk zijn huiverig voor ambitieus klimaatbeleid, en medeverantwoordelijk voor de vertraging van dit jaar. Ook landen als Italië, Polen en kleinere lidstaten tonen zich weinig progressief. Hun definitieve positie is nog altijd niet duidelijk, wat een akkoord lastig maakt. Wat we weten, stelt een EU-diplomaat, is dat een compromis onvermijdelijk is. Toch gloort er hoop in zijn ogen: „Alle lidstaten zijn momenteel even ongelukkig.” 

Manoeuvreren met internationaal krediet moet de sceptische lidstaten aan boord houden. De mogelijkheid een deel van de uitstoot buiten de EU af te kopen via koolstofkrediet – een verhandelbaar certificaat (emissievergunning) dat staat voor de vermindering of verwijdering van broeikasgassen – is puur ‘pragmatisme’, volgens de Commissie. Waar klimaatcommissaris Hoekstra eerst sprak over de invoering van internationale carbon credits vanaf 2036, waarbij landen tot 3 procent van hun uitstoot kunnen verminderen in het buitenland, gaat dat sommige landen niet ver genoeg.  

Inmiddels wordt er gesproken over „een flexibiliteit van 5 procent of meer”, met invoering vanaf 2031, aldus EU-diplomaten. Maar ook het reductiedoel van 90 procent is niet langer heilig. Een tussentijdse herziening is volgens de diplomaten „bespreekbaar”. 

Tienduizenden mensen demonstreerden 26 oktober in Den Haag voor strenger beleid om klimaatverandering tegen te gaan. Van 10 tot 21 november wordt hierover gesproken op de VN-klimaatconferentie in Belém.

Peter de Jong AP

Angst bij industriële landen

„Om je dood voor te schamen”, reageert oud-PvdA’er Diederik Samsom, die samen met toenmalig Eurocommissaris Frans Timmermans (2019-2023) de ‘Green Deal’ (het Brusselse klimaatbeleid uit de koker van Commissie Von der Leyen I) grotendeels ontwierp. Morrelen aan het afkooppercentage is „een politieke overwinning die men klaarblijkelijk wil scoren”. Onnodig, stelt Samsom bovendien, erop wijzend dat de EU afkoerst op het behalen van de 2030-doelstelling (een emissiereductie van 55 procent op eigen continent), en er geen reden is om te denken dat die lijn de vijf jaar erna niet kan worden vastgehouden. 

Maar er staat meer groen beleid onder druk in de lidstaten. Zoals het verbod op de benzineauto vanaf 2035, waar Duitsland nu over aarzelt. De veranderende Duitse houding tekent de angst van veel lidstaten waar de traditionele industrie nog sterk is, waar begrotingszorgen aan de orde van de dag zijn, en waar de mondiale concurrentiepositie onder druk staat. Waar het klimaatbeleid volgens Samsom aanvankelijk bol stond van ‘morele ambitie’ – „al was het wel degelijk een groeiagenda” – was het voormalig ECB-topman Mario Draghi die een „business plan voor de Green Deal” schreef. Zijn boodschap, ‘de concurrentiekracht van Europa verbeteren’, werd de nieuwe mantra. 

„Draghi toonde haarscherp aan dat competitiviteitsdenken en en klimaatdenken twee verschillende argumenten zijn om precies hetzelfde te gaan doen: namelijk het versneld decarboniseren van de industrie en onze energie in Europa”, zegt Samsom. De markt beseft dit volgens hem ook: „We hebben de bakelieten telefoon ook nooit hoeven te verbieden.” 

Eurocommissaris voor Klimaat Wopke Hoekstra. In juli presenteerde hij het tussentijdse EU-klimaatdoel om de CO2-uitstoot vóór 2040 met 90 procent te verminderen, maar dat plan is nu onzeker geworden.

Nicolas TUCAT AFP

‘Dereguleren klap voor groene start-ups’

Zo denkt ook Andrei Marcu, directeur van de Brusselse denktank ERCST (European Roundtable on Climate Change and Sustainable Transition), erover. „Niemand heeft er belang bij om geld weg te geven aan iemand anders, en welke ceo neemt geen economische beslissingen?” Hij noemt de carbon credits zinvol voor „hooguit een paar jaar”, maar wijst er – net als Samsom – op dat de carbon credits snel in prijs zouden kunnen stijgen. 

Marcu twijfelt bovendien of er genoeg kredieten beschikbaar zullen zijn op de mondiale markt, want ook lokaal wordt er ingezet op uitstootreductie. „We zien dit al bij CORSIA (Carbon Offsetting and Reduction Scheme for International Aviation), met als doel de CO2-uitstoot van de internationale luchtvaart te verminderen. Daar is zelfs niet genoeg aanbod op de markt.” 

Koolstofkrediet werkt bovendien vaak „tegengesteld”, stelt Marcu. Meer flexibiliteit betekent minder lokale impact. En dat werkt weer door in een verslechterd investeringsklimaat. Want bedrijven zoeken zekerheid.  

„Als Europa reguleert, en vervolgens dereguleert, is dat voor de unicorns van morgen [niet-beursgenoteerde startups met een waardering van minimaal een miljard dollar] een enorme klap”, zegt Willem Vriesendorp, oprichter van de Brusselse consultant Sustainable Public Affairs. „Zo worden de pilaren van de economie van 2050 omver geschopt.” Hij zegt ook: „Denk aan ASML, dat was twintig jaar geleden ook niet meer dan een soort kleine spin-off van Philips. Als je nu gaat denken dat Tata nog eens 2 miljard euro nodig heeft, dan trek je aan het kortste einde.” Refererend naar Mario Draghi’s Europese competitiviteitsdenken vervolgt Vriesendorp: „Het redden van het klimaat is een gunstige bijzaak geworden. We moeten verduurzamen om een nieuwe vorm van welvaart te kunnen garanderen: dat is serious business.” 

Het klimaatbewustzijn komt heus weer terug, zegt Samson. „Ik durf te speculeren dat daar dit keer geen gesneefde Amerikaanse presidentskandidaat, of een Zweeds meisje voor nodig is, maar de klimaatverandering zelf, die ons recht in het gezicht slaat. Er is immers geen opportunistischere diersoort op aarde dan de mens.” 

Klimaatcommissaris Hoekstra blijft Europa intussen positioneren als het groenste jongetje van de klas, zo bleek uit zijn toespraak tijdens een parlementair debat in aanloop naar de VN-top. „In 2023 verstrekten we zo’n 30 miljard euro aan publieke klimaatfinanciering, met daarbovenop 7,2 miljard euro uit de private sector. Daarmee zijn we verreweg het continent dat de meeste verantwoordelijkheid neemt.” Het echte ‘keerpunt’ noemt hij de VS, na het nieuws dat Donald Trump geen hooggeplaatste afgevaardigden naar Bélem stuurt.  

„De EU alleen kan het tij niet keren”, concludeerde Hoekstra eind oktober al in het Europees Parlement. Munitie voor de lidstaten waar het groene animo flink is gedaald.  

Lees het hele artikel