De walvis leefde zo’n 26 miljoen jaar geleden en was met een geschatte lichaamslengte van zo’n twee meter aanzienlijk kleiner – en ogenschijnlijk schattiger – dan veel hedendaagse walvissen.
Maar laat je niets wijsmaken, zo waarschuwen de onderzoekers die de walvis in het blad Zoological Journal of the Linnean Society als een nieuwe soort beschrijven. Want de walvis mag dan een ‘schattige’ omvang hebben gehad; hij was zeker niet ongevaarlijk. Met zijn korte snuit en scherpe tanden moet de walvis een compact, maar angstaanjagend roofdier zijn geweest.
De ontdekking
Ross Dullard ontdekte de fossiele resten van de kleine walvis in 2019 op het strand nabij Jan Juc, een plaatsje in de Australische deelstaat Victoria. Dullard is zelf geen wetenschapper, maar had wel snel door dat hij een voor onderzoekers relevante vondst had gedaan. Daarom doneerde hij de fossiele resten aan de organisatie Museums Victoria.
Onderzoek
Daar hebben paleontologen de resten van de walvis – een gedeeltelijke schedel, enkele tanden en botjes uit het oor – de afgelopen tijd uitgebreid onderzocht. Het onderzoek wijst uit dat het om een ons tot voor kort onbekende walvissoort gaat, die de onderzoekers Janjucetus dullardi hebben gedoopt. De walvis leefde zo’n 26 miljoen jaar geleden en wordt gerekend tot de Mammalodontidae: een familie van vroege walvissen.
Klein, maar niet schattig
De door Dullard in Victoria ontdekte walvis was volgens de onderzoekers jongvolwassen en iets meer dan twee meter lang. “Het is in feite een kleine walvis met grote ogen en een mond vol scherpe, snijdende tanden,” vertelt onderzoeker Ruairidh Duncan. “Een soort haai-achtige versie van een baleinwalvis – klein en bedrieglijk schattig, maar zeker niet ongevaarlijk.”
Belangrijke vondst
J. dullardi gaat de boeken in als de vierde Mammalodontidae die tot op heden is ontdekt. Maar het is de eerste waarvan zowel de tanden als de binnenste structuren van het oor vrij goed bewaard zijn gebleven. Dat is belangrijk, want dergelijke fossiele resten kunnen onderzoekers juist meer vertellen over wat deze vroege walvissen aten en hoe ze hun omgeving waarnamen. En daaruit kunnen de onderzoekers dan weer afleiden hoe de walvissen navigeerden en op hun prooien joegen.
Klimaat
Bovendien stammen de resten van J. dullardi uit een periode waarin de temperatuur en zeespiegel wereldwijd stegen. Meer onderzoek naar walvissen die in die tijd leefden en hun reactie op die klimaatverandering kan ook relevant zijn voor hedendaagse walvissen, die eveneens geconfronteerd worden met een verandering in klimaat.
In de toekomst hopen onderzoekers langs de kust van Victoria dan ook nog meer resten van walvissen te vinden. “In dit gebied stond ooit de wieg van enkele van de meest ongebruikelijke walvissen uit de geschiedenis,” merkt onderzoeker Erich Fitzgerald op. “En wij beginnen hun verhalen nog maar net te ontdekken.”