Ook aangifte van mishandeling en bedreiging tegen hoofdverdachte van de explosie in bruidsboetiek Tarwekamp

4 uren geleden 1

De eigenaresse van de bruidsmodezaak aan de Tarwekamp in Den Haag heeft aangifte gedaan tegen de opdrachtgever van de brand in haar zaak, tevens haar ex-partner, Moshtag B., vanwege onder meer bedreiging, mishandeling en computer- en huisvredebreuk. Dat werd donderdag duidelijk tijdens de derde pro-formazitting over de explosie, in de rechtbank van Den Haag. De bedreigingen zouden hebben plaatsgevonden voorafgaand aan de verwoestende brand op 7 december vorig jaar. Toen gingen naast de bruidsmodezaak ook de woningen daarboven in vlammen op. Zes bewoners kwamen om het leven, vijf anderen raakten gewond.

Het Openbaar Ministerie (OM) onderzoekt momenteel de twee aangiftes van de eigenaresse en zal die mogelijk apart aan de rechter voorleggen.

De bedoeling was nooit dat het gebouw zou exploderen, en al helemaal niet dat mensen zouden komen te overlijden

De zaak over de explosie zal pas op z’n vroegst eind volgende zomer inhoudelijk worden behandeld, kondigde de rechtbank donderdag aan. Toch zat de zaal ook tijdens deze derde voorbereidende zitting weer vol, onder meer met slachtoffers en nabestaanden. Voor hen overheerst de ramp negen maanden later nog steeds hun leven. Dat bleek onder meer uit het pleidooi van een advocaat die een gezin bijstaat dat de ramp ternauwernood overleefde: moeder arbeidsongeschikt, kinderen al bijna een jaar in traumatherapie, nog steeds geen nieuwe woning die het ingestorte koophuis moet vervangen.

Verdachten

Ook de vier verdachten waren aanwezig. Drie van hen worden verdacht van moord dan wel doodslag, brandstichting met dodelijke afloop en de voorbereiding van een brand. Mourad B.T. (29), de enige van de vier verdachten die eerder nog geen verklaring aflegde, heeft dat inmiddels wel gedaan, meldde het OM donderdag. Tegen het AD zei zijn advocaat dat de verdachte nooit heeft geweten dat hij werd ingezet voor een wraakactie tegen de ex-vriendin van B. Hem zou zijn verteld dat het om een „zakelijk conflict” ging. „De bedoeling was nooit dat het gebouw zou exploderen, en al helemaal niet dat mensen zouden komen te overlijden. Cliënt betreurt het”, aldus zijn advocaat.

Moshtag B., de 33-jarige uit Rotterdam afkomstige opdrachtgever van de brand op de bruidsmodezaak van zijn ex-vriendin, zou wraak op haar hebben willen nemen omdat ze zou zijn vreemdgegaan. Daartoe zocht hij contact met Mourad B.T. uit Rotterdam, om het plan uit te voeren. Die haalde op zijn beurt zijn neefje Illias B. (24) uit Roosendaal erbij. Een vierde verdachte, de 33-jarige Anil A. uit Oosterhout, raakte ook bij het plan betrokken. Aanvankelijk wilden ze het plan uitvoeren op 1 december. A. kwam toen niet opdagen, naar eigen zeggen omdat hij wilde verdienen aan het stelen van de bruidsjurken, en niet achter het plan stond om brand te stichten.

Een week later reden de twee neven alsnog naar de Tarwekamp, zonder Anil A. Naar verluid gooiden de twee bijna 200 liter benzine over de bruidsjurken en staken dat aan met zwaar vuurwerk.

Cocktail van benzinedampen

Nieuw onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) maakt duidelijk hoe vervolgens de dodelijke explosie kon ontstaan, beschreef het AD eerder deze week. Een cocktail van benzinedampen kwam in contact met het vuurwerk, waardoor binnen een paar seconden zó’n enorme druk ontstond dat zelfs het fundament van de woningen werd weggeslagen. Het gebouw stortte daardoor als een kaartenhuis ineen.

Dat ook de woningen boven de winkel vlam zouden vatten, hadden de twee niet voorzien en was nooit de bedoeling geweest, verklaarden ze in een eerdere pro-formazitting.

Verdacht Anil A. is ontevreden dat hij nog steeds in voorlopige hechtenis zit. Voor de derde keer op rij pleitte zijn advocaat voor schorsing van het voorarrest. A. zou alleen „op inspectie” zijn geweest op de locatie, er een paar minuutjes hebben rondgekeken. Toen hij hoorde dat er brand zou worden gesticht, zou A. hebben gewaarschuwd dat dat een gevaarlijk plan zou zijn.

Daar ging de rechtbank niet in mee: er is voldoende bewijs voor de betrokkenheid van A. bij het dossier, ook al was hij die betreffende dag niet op het plaats delict, luidde het oordeel. A., die tijdens de vorige pro-formazitting in mei behoorlijk uit zijn dak ging tegen de rechter en de pers, hield het dit keer bij een kort afkeurend commentaar. Ook de andere drie verdachten blijven voorlopig vast.