Harvard moet zich blijven verzetten tegen de eisen van de regering-Trump. Betalen van het „losgeld” van 500 miljoen dollar dat de president eist voor de universiteit weer federale subsidie kan krijgen, zou een verkeerd precedent scheppen.
Dat zei Claudine Gay, gewezen topbestuurder van Harvard, woensdag bij een lezing in Amsterdam. De Amerikaanse regering, zei ze, is bezig met het „vernietigen” van universiteiten als vrijplaats voor kennis.
Gay, die begin 2024 onder politieke druk moest aftreden als bestuursvoorzitter van Harvard, was spreker bij de opening van het academisch jaar van het Netherlands Institute for Advanced Studies (NIAS).
Lees ook: Rechtse activisten juichen over vertrek van ‘woke’ bestuurder van Harvard
Harvard staat al maanden op voet van oorlog met de regering-Trump. De universiteit stapte in april naar de rechter om de bevriezing van twee miljard aan federale steun aan te vechten. Trump verwijt de beroemde universiteit een te linkse koers en laksheid bij optreden tegen ‘antisemitische’, pro-Palestijnse protesten op de campus. Recent circuleren berichten dat een deal tussen universiteit en regering op handen is.
Doorknokken
Gay vindt dat de universiteit moet doorknokken, zei ze na afloop van haar lezing. Het torenhoge bedrag dat Trump eist is „willekeurig” en zou „niets oplossen”. Gay (1970) was de eerste zwarte topbestuurder van Harvard en nam ontslag na een campagne tegen haar van Republikeinse politici en activisten, die haar onder meer beschuldigden van fouten in haar wetenschappelijke werk.
Ze noemde de huidige toestand op de campus „verontrustend” en „desoriënterend”. Harvard is Trump op een aantal punten tegemoet gekomen, onder meer door kantoren voor diversiteit en inclusie een andere naam te geven en de afdeling Midden-Oosten Studies op de schop te nemen. Gays opvolger Alan Garber heeft gezegd dat hij, los van de eisen van Trump, ook zelf een „grotere verscheidenheid aan standpunten” op de universiteit zou willen.
Lees ook: Het akkoord met Columbia University is vooral een overwinning voor de regering-Trump
In haar lezing over de schadelijke invloed van filantropische donateurs op Amerikaanse universiteiten, noemde Gay, als hoogleraar nog verbonden aan Harvard, Trump niet en verwees ze evenmin naar haar ontslag. Ze onderstreepte dat universiteiten zich geen verwijten moeten maken over „vermeende linkse excessen”. Dat leidt af van de hoofdzaak: de aanval van de Amerikaanse overheid op de vrije wetenschap.
Particuliere donoren
Gay betoogde dat Amerikaanse universiteiten zich laten gijzelen door rijke particuliere sponsors die invloed willen hebben op de koers van de instelling. Zelf werd zij daar de dupe van: rijke donateurs van Harvard maakten tijdens haar termijn bezwaar tegen de in hun ogen linkse koers en anti-Israëlische opstelling van de universiteit.
Die academische macht van donateurs, ongekend in Nederland, is een trend. Na de Tweede Wereldoorlog investeerde de Amerikaanse overheid fors in het hoger onderwijs, sinds de jaren tachtig loopt die steun weer terug. Dat maakte universiteiten steeds afhankelijker van particuliere giften. Het vermogen van Harvard bestaat voor een groot deel uit zulke donaties.
Amerikaanse universiteiten laten zich volgens Gay gijzelen door rijke particuliere donoren die invloed willen hebben op de koers van de instelling
Op die manier hebben ze zichzelf kwetsbaar gemaakt, zei Gay. Donateurs stellen zich op als „aandeelhouders”, die beslissingen over de koers van de organisatie willen beïnvloeden. Besturen gaan daar in mee, om de gevers tevreden te houden.
Die gebruiken hun invloed op een aantal manieren, aldus Gay. Soms dreigen ze in het openbaar hun geld terug te trekken, zoals gebeurde na pro-Palestijnse protesten op Amerikaanse campussen. Ook oefenen ze informele invloed uit op beslissingen over bijvoorbeeld het personeelsbeleid. Ze rekenen op de universiteit om hun reputatie en die van hun organisaties te beschermen.
Duidelijke grens
Gay vindt dat universitaire bestuurders daar te veel in mee gaan. Universiteiten dreigen zo verloren te gaan als instellingen „die verantwoording afleggen aan de waarheid in plaats van aan degene die de rekening betaalt.” Ze zouden de relatie met donateurs moeten herzien, transparanter moeten worden over de wensen of voorwaarden die aan donaties verbonden zijn, en een duidelijke grens moeten trekken tussen besturen en doneren. Donaties die inbreuk maken op de academische vrijheid zouden ze moeten weigeren.
Voor haar komst had Gay, die haar woorden zorgvuldig koos, laten weten geen interviews te willen geven; ook een verzoek van NRC werd afgewezen.