Wielernomade Alex Molenaar kreeg geen profcontract meer, maar vocht zich terug naar de Vuelta

4 uren geleden 1

In het huis van de ouders van Alex Molenaar hangen zijn Vuelta-rugnummers uit 2020 in de woonkamer aan de muur. ‘215’ droeg hij, toen hij als 21-jarige debuteerde in de Ronde van Spanje. Molenaar zat in zijn eerste jaar als professioneel wielrenner bij de procontinentale Spaanse ploeg Burgos, uitkomend op het een-na-hoogste niveau, en hoorde een week voor de start dat hij geselecteerd was. „Het ging allemaal razendsnel.”

Het was een vreemde editie, herinnert Molenaar zich. Vanwege de coronacrisis was de wielerkalender omgegooid, en werd de Vuelta pas eind oktober verreden. „Het was al best wel koud. Als je in de grupetto [de laatste groep met geloste renners] zat, kwam je soms in het donker aan”, vertelt hij. De Vuelta duurde ook niet 21, maar 18 etappes. „En er was geen publiek. We begonnen elke dag op een afgezet industrieterrein.”

Dit voelt als mijn eerste échte Vuelta. Mét publiek, 21 dagen lang, op de juiste datums

Vijf jaar later staat de inmiddels 26-jarige Molenaar voor de tweede keer in zijn carrière aan de start van de Vuelta. Zaterdag begint de ronde in Turijn, om na vier etappes door Italië en Frankrijk in Spanje verder te gaan. „Dit voelt als mijn eerste échte Vuelta. Mét publiek, 21 dagen lang, op de juiste datums. De vorige keer was het bijna kerst toen we finishten in Madrid”, grapt hij.

Ook nu draagt Molenaar het shirt van een kleine Spaanse profploeg. Sinds dit seizoen is het procontinentale Caja Rural zijn werkgever. Al had het niet veel gescheeld of hij was de afgelopen jaren gestopt met wielrennen. „Ik heb het best wel zwaar gehad.”

Molenaar, derde van rechts, tijdens de presentatie van zijn ploeg Caja Rural-Seguros RGA voor de Ronde van Murcia in februari dit jaar.

Pfeiffer

Toen Molenaar in 2022 in zijn laatste contractjaar zat bij Burgos, werd hij geveld door de ziekte van Pfeiffer. Eenmaal hersteld won hij aan het einde van het seizoen nog een etappe in de Maleisische Tour de Langkawi, maar een contractverlenging zat er niet meer in. „Ik kwam zonder ploeg te zitten, en de markt stond helemaal stil. Het was superlastig om nog iets te vinden.”

Hij streek neer bij het Spaanse Electro Hiper Europa, nog een wielerniveau lager, in de hoop dat hij snel weer prof zou worden. „Maar na een jaar verdwenen ze en zat ik wéér zonder ploeg. Ik had het gevoel dat het einde oefening was.”

Op „het laatste moment” meldde de Spaanse contiploeg Illes Balears zich, waar hij „weer een jaartje door kon”. Door goede resultaten verdiende hij een profcontract bij Caja Rural. „Mijn carrière heeft aan een draadje gehangen”, zegt Molenaar. „Het heeft superveel energie gekost, ik heb me vaak afgevraagd of het de moeite waard was. Maar ik ben weer van het wielrennen gaan genieten.”

Ik had het gevoel dat het einde oefening was

Zijn omzwervingen langs de verschillende Spaanse ploegen zorgen voor een avontuurlijk wieler-cv. Of het bestaan als wielernomade in Spanje ook echt zo avontuurlijk is? „Wel een beetje”, lacht Molenaar, die opgroeide in Oud-Beijerland. „Al voel ik me hier best thuis. Spanje is niet een of ander raar land om in te wielrennen.”

Als zoon van een Spaanse moeder woonde hij bovendien in zijn jeugd al enkele jaren in Spanje. Molenaar spreekt vloeiend Spaans en Catalaans, en heeft een Spaanse vriendin. Met haar kocht hij onlangs een huis in wielerwalhalla Girona, waar veel profrenners hun uitvalsbasis hebben.

Arensman en Pidcock

Soms denkt Molenaar na over de wending die zijn carrière ook had kunnen nemen. Hij is van dezelfde lichting als Thymen Arensman en Tom Pidcock, met wie hij als junior nog streed om de prijzen. Maar waar zij als prof flinke stappen maakten en etappes wonnen in grote rondes, kende Molenaar meer hobbels.

„Als ik nu terugkijk, was ik als twintigjarige misschien nog niet klaar voor een profploeg”, zegt hij over zijn stap naar Burgos. „Ik had nog niet de ervaring of mentaliteit, wist niet hoe je je in zo’n team moest opstellen. Het liefst was ik na de junioren bij een opleidingsploeg van een profteam gaan rijden.”

Tegelijk waren het enkel profploegen die in het coronajaar wedstrijden reden, en gingen alle wedstrijden voor beloften niet door: „Misschien heb ik ook wel in een supergoede situatie gezeten”.

Voor de Vuelta van dit jaar schuift Caja Rural Molenaar naar voren als een van de rittenkapers. Eerder dit seizoen was hij al eens dichtbij een zege in de sterk bezette Grote Prijs Miguel Indurain, waar hij tweede werd. „Het laat zien dat ik het niveau heb om dat soort koersen te rijden”, vindt Molenaar. Voor het eerst in jaren heeft hij geen contractstress richting 2026, want zijn verbintenis loopt nog een jaar door. „Lekker”, zegt Molenaar. „Ik heb nog marge om door te groeien en wil zeker nog naar de World Tour toe. In de Vuelta willen we ons als ploeg in de kijker rijden.”

Lees ook

Als eerstejaars wielerprof bij de grote jongens debuteren in de Ronde van Spanje

Kevin Inkelaar dinsdag tijdens  de dertiende etappe van de Ronde van Spanje.
Lees het hele artikel