Is het verkopen van seksbeelden via een online plaform als Stripchat, BongaCams of Chaturbate tegenwoordig net zoiets als taxiritjes doen voor Uber? De overeenkomsten zijn groot, concluderen onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam. De makers van de beelden kunnen zelf hun tijd indelen bijvoorbeeld. Het online platform zorgt voor klanten en wikkelt met creditcardmaatschappijen de betalingen af. Maar dat gebeurt niet voor iedereen op dezelfde manier en de spelregels zijn zeker in de seksindustrie onvoorspelbaar en ondoorzichtig.
Seksindustrie loopt voorop
De afgelopen vier jaar brachten drie onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam het online sekswerk in beeld en formuleerden aanbevelingen om de positie van de sekswerkers te versterken. Rébecca Franco keek naar de wet en regelgeving. Hanne Stegeman vooral naar de sekswerkers zelf. En Emilija Jokubauskaite bestudeerde de werking van algoritmen en het effect daarvan op de inkomsten van de makers.
Wereldwijd werken honderdduizenden mensen in deze industrie. De grootste bedrijven, zoals OnlyFans en Stripchat, zetten miljarden om. Ze hebben tientallen miljoenen bezoekers per maand. Bij OnlyFans komen die bezoekers voor het kanaal van de artiesten waar ze een betaald abonnement op hebben. Bij veel andere sites is het anoniemer. De pornosterren delen in de ‘fooien’ die via het platform aan hen worden gegeven door de bezoekers aan die sites.
De onderzoekers begonnen tijdens de covidpandemie. Toen verplaatste een groot deel van leven en werk zich naar de virtuele wereld, een trend die in de seksindustrie al langer gaande was. „Mede daardoor is het een interessante industrie. Dingen die voor ons redelijk nieuw zijn, hebben daar al een langere geschiedenis”, vertelt onderzoeker Hanne Stegeman, die tegenwoordig aan de Universiteit van Exeter werkt. „Ik heb voor dit onderzoek mensen gesproken die al twintig jaar webcammen.”
Een groot verschil met de beginjaren van de online seksindustrie is de concentratie op een aantal grote online platformen, die zich de afgelopen tien jaar heeft voltrokken. Vroeger draaide de industrie om tal van kleine bedrijven, bijvoorbeeld pornostudio’s die ook iets online deden. Nu zijn het multinationals in de techindustrie, met hun eigen apps en een grote juridische afdeling. Regels zijn er wel, maar die zijn vooral bedoeld om de bedrijven te beschermen die de technologie leveren om te kunnen streamen, chatten en betalen. De mensen op de seksbeelden kunnen er geen rechten aan ontlenen.
Tegelijk is met de groei en professionalisering van deze online industrie iets van het stigma dat aan sekswerk kleeft verdwenen. Tegenwoordig spreek je bijvoorbeeld eerder van modellen, of performers met betalende fans, dan van pornoacteurs.
Wat is het effect van die platformisering op sekswerkers?
Stegeman: „Daar is geen kant-en-klaar antwoord op. Een positieve ontwikkeling voor de makers van de beelden is dat gebruikers het normaler zijn gaan vinden om te betalen voor pornografische materialen. Dat is belangrijk, want de interactie met klanten is belangrijk voor de inkomsten. Voorheen was de verwachting dat seksbeelden gratis waren. Er was ook veel piraterij.”
Webcammen is veiliger dan fysiek sekswerk. En werk en privé zijn beter te combineren?
Stegeman: „Ja, net als bij ander platformwerk, zoals een paar ritten voor Uber doen als je dat privé uitkomt. Maar de onzekerheden zijn ook vergelijkbaar met die van makers van beelden voor bijvoorbeeld YouTube en Instagram. Het platform bepaalt hoe zichtbaar posts zijn en dus hoe snel een publiek kan groeien. Daar ben je afhankelijk van.”
Rébecca Franco vult aan: „Er zijn heel andere spelers in het veld gekomen dan vroeger, zoals de techplatforms en betaaldienstverleners. Visa en Mastercard zijn ontzettend machtig. En die maken andere afwegingen dan de makers. Wat verkoopt goed en wat vormt mogelijk een juridisch risico? De bedrijven bepalen. Daarbij wordt geen verantwoording afgelegd aan de mensen die van die platformen afhankelijk zijn. Je kunt opeens je account en al je volgers kwijt zijn.”
Ik moet nu denken aan het voorbeeld van bloed in beeld. Dat schijnt op veel platformen niet te mogen. Maar vrouwen menstrueren een deel van de maand. Dat is een probleem als je leeft van seksbeelden.
Franco: „Ja, dat is een bekend en bizar voorbeeld. De meeste vrouwenlichamen bloeden. Een de facto verbod om dat te laten zien, is het gevolg van de interpretatie van vage regels. Creditcardmaatschappij Mastercard zegt bijvoorbeeld: ‘je mag bij de seksbeelden niet de indruk wekken dat er geen sprake is van wederzijdse instemming’. Een stap lager wordt dat bijvoorbeeld door een betaaldienstverlener vertaald met ‘geen geweld of geen bloed’. En dan heb je weer moderatoren – dat kunnen mensen zijn of AI-bots – die bij elk beeld van bloed ‘nee’ zeggen. Bij elk stapje valt wat context en nuance weg. En op een gegeven moment slaat het nergens meer op. Wie moet zo’n moderator of betaaldienstverlener tevreden houden? Het mannetje boven hen.”
Zo gaat het eigenlijk overal, toch? Bedrijven achter Instagram en Facebook, X of LinkedIn bepalen wat gebruikers mogen publiceren en hebben grote invloed op het publieke debat en het functioneren van onze democratieën.
Franco: „Klopt, dat maakt het ook zo relevant om naar sekswerk te kijken, want daar kristalliseert alles uit wat in brede zin speelt. Niet-democratische grote bedrijven bepalen hoe we online bestaan. Ze gaan over inkomen, gelijkheid en vrijheid van meningsuiting – en bij sekswerk des te meer. Want als het om seks gaat, wordt iedereen leip. Dan komen de stigma’s en de morele politiek rondom sekswerk erbij. Daardoor wordt niet meer geluisterd naar de mensen om wie het draait. Als het account van een journalist wordt geblokkeerd, is er ophef. Maar als je aan sekswerk doet, vindt blijkbaar niemand het gek als je opeens je inkomen en volgers verliest door een beslissing van een platform.”
Die platformen hebben verkeer nodig en dus inhoud die gebruikers trekt. Geeft dat de online sekswerkers geen onderhandelingspositie?
Onderzoeker Emilija Jokubauskaite, die bestudeerde hoe algoritmes de inkomsten van performers beïnvloeden: „In een ideale wereld: ja. Sommige echt succesvolle performers kunnen invloed uitoefenen, vooral als ze al een publiek hebben dat ze meebrengen van sociale media, zoals X, Instagram of TikTok, of andere erotische sites zoals OnlyFans. Maar de meeste webcamplatforms brengen het gebruikersverkeer naar de performers, die geld aan klanten kunnen verdienen door fooien te ontvangen of door betaalde privéshows per minuut. Rangschikkingsalgoritmes zijn bepalend voor wie het meest zichtbaar is, maar slechts heel weinig performers krijgen daardoor de schijnwerper op zich gericht. Anderen moeten manieren vinden om geld te verdienen zonder die hoge zichtbaarheid, en pogen de algoritmes strategisch te bespelen.”
Franco: „Veel verkeer is voor de sekswerker ook niet altijd het beste. Wat je nodig hebt, zijn veel betalende volgers. Dan kan het soms beter zijn een niche op te zoeken. Maar dat is riskant, want het platform kan zich ertegen keren. Dat gebeurde bij hypnokink, een erotisch genre waarbij een van de partners doet alsof die de ander hypnotiseert. Door nieuwe richtlijnen van de betaaldienstverleners werd dat verboden.”
Lees ook
Lees ook de serie ‘Dirty payments’ over betaaldienstverleners en de pornoindustrie
Verbetert de positie van webcammers? Jullie begonnen dit gesprek met de vaststelling dat seks online en daarvoor betalen beter geaccepteerd worden.
De onderzoekers schudden het hoofd. Franco: „Online sekswerk is heel zichtbaar. Daar zien we nu een reactie op met een stortvloed aan wetgeving, waarbij het uitgangspunt steeds is dat seks slecht is.”
In de debatten gaat het relatief veel over de toegankelijkheid van porno online, maar weinig over bijvoorbeeld de verslavende manieren waarop de platformen zijn ingericht. Stegeman woont tegenwoordig in het Verenigd Koninkrijk, waar sinds deze zomer de Online Safety Act van kracht is. Die wet bepaalt dat veel platformen moeten checken hoe oud hun gebruikers zijn en dat zij kinderen onder de zestien moeten weren. Daardoor zie je dat internetgebruikers uitwijken naar minder gereguleerde hoeken van het internet, vertelt ze.
Franco: „Wat mij niet lekker zit, is dat je enorme platformen hebt met heel veel macht en algoritmen die zo ontworpen zijn dat ze je aandacht blijven pakken. Het is bekend dat de manier waarop die algoritmen werken leidt tot polarisering en radicalisering. Er is veel mis, maar de seks wordt eruit gepikt en geproblematiseerd.”