Landmacht wil terug naar een leger Koude Oorlog-stijl, met veel meer reservisten: ‘Dan heb je de plunjebaal op zolder staan’

1 dag geleden 1

De Koninklijke Landmacht wil terug naar een leger Koude Oorlog-stijl, waarin een groot deel van de slagkracht wordt geleverd door burgers die in tijden van oorlog worden gemobiliseerd.

„We moeten moderniseren en vernieuwen”, zegt landmachtcommandant Jan Swillens in een gesprek met NRC. „Maar we moeten ook serieus kijken naar het model van de jaren tachtig.”

De Nederlandse krijgsmacht is zich in een hoog tempo aan het versterken, om de Russische dreiging het hoofd te kunnen bieden. Afgelopen september kondigde minister van Defensie Ruben Brekelmans (VVD) aan dat de landmacht weer een eigen tankbataljon krijgt. Bovendien liggen er uitgewerkte plannen klaar voor drie extra infanterie-bataljons (in totaal 2.700 militairen), die kunnen worden gerealiseerd als het kabinet extra geld voor defensie uittrekt in de Voorjaarsnota.

Op de langere termijn is er echter meer nodig. Nieuwe NAVO-plannen voor de verdediging van Europa vragen om een verdere uitbreiding van de slagkracht van Europese bondgenoten. Voor de NAVO-top in Den Haag (eind juni) moeten de gezamenlijke ministers van Defensie het eens worden over bijdrage die elk land levert aan het NATO Force Model. Volgens NAVO-commandant Pierre Vandier moeten de bondgenoten hun capaciteiten uitbreiden met zo’n 30 procent. Geprojecteerd op Nederland zou dit betekenen dat de Koninklijke Landmacht naast de huidige drie gevechtsbrigades nog een brigade (3.500-5.000 militairen) zou mogen formeren.

Schreeuwend personeelstekort

De ambitieuze uitbreidingsplannen zijn niet te realiseren met fulltime beroepsmilitairen: defensie kampt al jaren met een schreeuwend personeelstekort. Om te kunnen groeien wil de krijgsmacht een beroep doen op ex-militairen en parttimers, die in tijden van crisis opkomen. Door het aantal reservisten spectaculair uit te breiden kan defensie op termijn uitgroeien van 76.000 mensen nu naar een „oorlogsorganisatie” van 200.000, zo schreef staatssecretaris Gijs Tuinman (BBB) eerder aan de Tweede Kamer.

Een dergelijke legerorganisatie lijkt sterk op de krijgsmacht voor de val van de Muur, waarin beroepsmilitairen leiding gaven een massa van (ex-)dienstplichtigen. Volgens staatssecretaris Tuinman is de herinvoering van de opkomstplicht niet aan de orde en kan groei worden gerealiseerd met vrijwilligers. Defensie is aan het experimenteren met het ‘dienjaar’, waarin jongeren vanaf 18 jaar kennis kunnen maken met defensie. Dit jaar komen er 1.000 dienjaar-militairen op, de komende jaren moet het aantal opleidingsplaatsen sterk worden uitgebreid.

Luitenant-generaal Jan Swillens, de Commandant Landstrijdkrachten. Foto ANP / VINCENT JANNINK

Volgens landmachtcommandant Swillens wordt onderzocht of het nieuwe tankbataljon (circa 400 man) kan worden gevormd met een kern van beroepsmilitairen, aangevuld met reservisten. Ook voor andere onderdelen, zoals de artillerie, wordt bekeken welke functies kunnen worden ingevuld door vrijwilligers, die een paar maanden tot een jaar worden getraind en daarna tot hun veertigste oproepbaar zijn. Swillens: „Dan heb je de plunjebaal op zolder staan, zoals vroeger in het dienstplichtsysteem.”

Oekraïne heeft ons geleerd dat de oorlog lang kan duren

Voortzettingsvermogen

De oorlog in Oekraïne laat zien dat de landmacht zo snel mogelijk moet moderniseren op het gebied van elektronische oorlogsvoering en drones, zegt Swillens. „Maar het voortzettingsvermogen is ook een cruciale factor. Oekraïne heeft ons geleerd dat de oorlog lang kan duren.”

Volgens Swillens moet er daarom worden nagedacht over het formeren van mobilisabele eenheden met materieel dat wordt opgeslagen in ‘mobilisatiecomplexen’. „Ik zeg wel eens: willen we drie dagen, drie weken, drie maanden of drie jaar kunnen vechten? ”

Woensdag gaf Commant der Strijdkrachten Onno Eichelsheim, Nederlands hoogste militair, alle 76.000 defensiemedewerkers in een zogenoemde ‘dagorder’ opdracht om alle bestaande eenheden zo snel mogelijk inzetbaar te maken. Een dergelijke ‘dagorder’ is een zeldzaamheid. In een toelichting liet de commandant der strijdkrachten weten dat hij „de urgentie nog een keer wil benadrukken.”

Lees ook

Hoe denken jongeren over de wervingscampagne van de krijgsmacht?

Hoe denken jongeren over de wervingscampagne van de krijgsmacht? ‘Ik heb weinig zin om dood te gaan’
Lees het hele artikel